De woningverkopen stijgen met 40% en bereiken de beste maand maart sinds 2007
16 mei 2025
De woningverkopen in Spanje blijven groeien. Volgens het INE (Nationaal Instituut voor de Statistiek) werden er in de derde maand van het jaar 62.808 woningtransacties geregistreerd in heel Spanje, wat 5,2% meer is dan in februari en 40,6% meer op jaarbasis.
De markt groeit nu al negen maanden op rij, noteert de beste maand maart sinds 2007 en laat een stijging van 20,7% op jaarbasis zien in het eerste kwartaal van 2025.
Het statistiekbureau meldt een algemene toename van het aantal transacties, met een stijging van 64,2% voor nieuwbouwwoningen (14.562) en 34,8% voor bestaande woningen (48.246). In beide gevallen zijn er ook op jaarbasis in de cumulatieve cijfers stijgingen: een toename van 36,9% voor nieuwbouw en 16,5% voor tweedehands woningen.
In maart was drie op de vier verkochte woningen tweedehands (76,8%), terwijl de overige 23,2% nieuwbouw betrof. Daarnaast geeft het INE aan dat 93,2% van de in maart verkochte woningen op de vrije markt werd verhandeld (58.568) en 6,8% sociale woningen waren (4.240), beide typen met een stijging ten opzichte van 2024. "Op jaarbasis steeg het aantal verkochte vrije sector-woningen met 41% en het aantal sociale woningen met 35,8%", aldus het statistiekbureau.
Gezien deze cijfers verklaart Francisco Iñareta, woordvoerder van Idealista: “De kooplust in Spanje blijft toenemen. In maart werden bijna 63.000 woningen verkocht, een cijfer vergelijkbaar met de piekjaren rond 2007. Het aantal woningen dat in de afgelopen 12 maanden is verkocht (673.000) overtreft ook de cijfers van 2022. De vraag is onmiskenbaar sterk, maar dit wordt niet weerspiegeld in een aanbod van gelijke grootte, wat leidt tot enorme druk op de prijzen, die in sommige steden zoals Madrid al met meer dan 24% op jaarbasis stijgen, volgens onze gegevens bij Idealista.”
Alleen Navarra noteert een daling
De positieve ontwikkeling van de woningverkopen in maart was vrijwel algemeen verspreid over het hele land. Alleen Navarra noteerde een negatief resultaat vergeleken met maart 2024 (-7,9%).
Aan de bovenkant van de lijst staan Castilië en León (66,1%), Baskenland (65,1%) en Extremadura (62,7%), gevolgd door Castilië-La Mancha (60,2%), Andalusië (55,1%), Murcia (53,5%) en Catalonië (52,3%). Ook boven het nationale gemiddelde bevinden zich de Balearen (49,9%), Cantabrië (45,4%) en Galicië (41%).
Onder het nationale gemiddelde, maar nog steeds met dubbele groeicijfers, vinden we Aragón (38,6%), Asturië (37,2%), La Rioja (27,1%), Madrid (24,6%), de Valenciaanse Gemeenschap (21,1%) en de Canarische Eilanden (1,8%). De archipel registreerde de meest gematigde stijging van alle autonome regio’s, met slechts een enkelcijferige groei.