Nieuws

Zo heeft art. 1365.2º erop gewezen en benadrukt dat de gemeenschappelijke goederen rechtstreeks aansprakelijk zijn jegens de schuldeiser, onder andere voor de schulden die zijn aangegaan "in de normale uitoefening van het beroep, de kunst of het bedrijf", verwijzend naar de bepalingen in het Wetboek van Koophandel, indien hij een koopman was, in artikel 6 ervan, dat voor de schuldeisers, naast het vermogen van de echtgenoot die het uitoefent, het vermogen dat is verworven met de resultaten van de handel, noodzakelijk zijn zodat de andere gemeenschappelijke goederen verplicht zijn, de toestemming van beide echtgenoten verplicht is, die het Wetboek ook veronderstelt te worden gegeven aan de echtgenoot van de koopman, die zich niet uitdrukkelijk verzet tegen genoemde uitoefening (art. 7) en wanneer de ander het uitoefent bij het huwelijk en zonder verzet doorgaat (art. 8), verzet dat beide gevallen in een authentieke akte moeten worden vastgelegd en in het handelsregister moeten worden ingeschreven (art. 11).

Naast het feit dat men deze voorschriften als vanzelfsprekend beschouwde, namelijk dat de echtgenoot in de overgrote meerderheid van de gevallen de enige was die werkte, begrepen de CC en CCom in die tijd (en veel auteurs accepteerden dit dan ook op natuurlijke en weloverwogen wijze) dat dit de beste manier was om schuldeisers te beschermen, zelfs ten koste van de echtgenoot van de beroepsbeoefenaar of de koopman.

info@nexusgroep.com

0034 965727960